Tom kwam thuis van zijn werk, ging in zijn luie stoel zitten, pakte de krant en hoopte zich al lezend even te kunnen ontspannen. Sarah, zijn dochter van zes, dacht daar heel anders over: “Papa, wil je een spelletje met me doen?” “Nu niet, schatje, papa is moe en wil even uitrusten.” “Hè, toe nou, papa!” Tom dacht heel even na en kreeg een idee. Hij scheurde een stuk uit de krant waarop de aarde stond afgebeeld en scheurde dat in twintig stukken.“ Weet je wat, hier heb je een puzzel van de aarde. Vraag mama maar om plakband. Als je de puzzel af hebt, gaan we spelen.” Sarah holde weg met de stukjes papier en Tom dacht een halfuur rust te hebben. Vijf minuten later stond zijn dochter alweer voor zijn neus, met de puzzel. Hij was af. Verbaasd vroeg Tom: “Hoe heb je dat zo vlug voor elkaar gekregen?” “Het was heel gemakkelijk, papa! Kijk maar, er staat een mens op de achterkant. Toen die goed was, was de wereld ook goed.”
[Dan Millman]