Herfstbrief II

Lieve Buuf,

“Wat denk jij?”, zo eindigde je jouw verhaal over je gedachten over het verschil tussen loslaten of laten zijn.

Sindsdien speel ik met jouw vraag. En natuurlijk kom ik, nog meer dan anders, nu overal dat woord ‘loslaten’ tegen. Een search op het web levert alleen al 822.000 hits. Zelf gebruik ik dit woord ook en ik vermoed vaker dan ik zelf in de gaten heb. En met mij velen anderen, iedere dag en op tal van plekken.

Ik neem mij voor om vanaf nu wat voorzichtiger te zijn met het gebruik van het woord. Na mijn verkenningstocht de afgelopen weken heb ik intussen de idee dat dit woord te pas en te onpas gebruikt wordt. Loslaten is een soort van stopwoord geworden. Vooral dit laatste heeft mij doen inzien dat dit ook kwetsend kan zijn en daar lijken we ons amper van bewust. Kijk, in de intentie is het woord ‘loslaten’ goed bedoeld. We beogen er iets positiefs mee. We hebben geleerd, we hebben ons ontwikkeld, we zijn gegroeid; tijd om het oude los te laten en ruimte te creëren voor het nieuwe. Zo kunnen we verder met ons leven…

Een tweede reden om alerter met het woord om te willen gaan heeft te maken met mijn indruk dat er druk ligt op ‘loslaten’. Goed hoor dat proces wat je doormaakt, maar tot op een bepaald moment, want per slot van rekening moet je toch verder met je werk, je leven, je omgeving. Met alles. Laat het dus los, dan leg je iets af, stop je iets en kun je door. Dat is wat de omgeving van je wil. Je hoeft het alleen zelf ook nog maar te willen…

Terugkomend op jouw vraag: loslaten versus laten zijn. Wat mij dan intrigeert is de vraag of het onderwerp los gelaten moet worden of het proces dat dit onderwerp veroorzaakt. Of andersom; dat je het onderwerp kunt laten zijn (bestaan) en het proces net zo goed. Naar mijn idee heeft loslaten vaak te maken met iets waar we vanaf willen en dat zit dan vaak vastgeklonken aan wat we als moeilijkere emoties ervaren: angst, verdriet, boosheid. Dat kan zowel om het onderwerp zelf gaan als om het proces dat dit onderwerp veroorzaakt. Pratend met een andere vriendin hierover viel het woord rouwen.

Zou het zo kunnen zijn dat we niet zo goed in staat zijn a) om zelf te rouwen en b) ook niet om de rouw van iemand anders aan te zien? Dat dat het is waar we dus omheen draaien en liever zien, niet alleen voor onszelf maar ook voor de ander, dat zowel het onderwerp  als het proces zo langzamerhand eens losgelaten wordt.

Ik moet hierbij ook denken aan het automatisme van ontmoetingen. Hoe vaak gebeurt het niet dat wanneer jij iemand ontmoet je als vanzelf vraagt: “Ha, alles goed?”, je daar het antwoord: “Ja, prima”, op krijgt (ook bijna als vanzelf) en jij hier genoegen mee neemt? “Hoe is het met je”,  is al meer open, maar ook dan krijg je vaak vanzelf het antwoord: “Goed”, en neem je ook hier genoegen mee. Hoe zit dat? Waarnaar vragen we nu precies, wat willen we weten van de ander of – heel pijnlijk – juist niet?

“How are you?”, is the most asked question. “I am fine”, is the most told lie…

En zo laten we in het midden, want veiliger, wat we vragen en antwoorden aan elkaar. Vooral niet hoeven te vertellen of te luisteren naar de lastige onderwerpen die een  rouwproces vaak betreft. Rouw om bijvoorbeeld: wat of wie je bent verloren, wat je niet hebt gekregen en wel recht op had, dat je jouw plek niet mag innemen, dat wat definitief voorbij is, onvervuld verlangen, het afgewezen zijn, dat je geen onvoorwaardelijke liefde kent, niet weten wat je volgende stap kan zijn.

De lijst is vanzelfsprekend veel langer en natuurlijk ook alleen door onszelf in te vullen. En natuurlijk gaat het altijd om dieperliggende onderwerpen dan wat we in werkelijkheid (laten) zien. Zoals we weleens zeggen; ik zou willen dat mijn been gebroken was. Dat is tenminste zichtbaar en zichtbaar te genezen.

Dus: is het omdat we ons eigen proces of dat van de ander niet goed aankunnen dan maar beter om los te laten? Omdat die andere van de vier basis-emoties – (weer) blij zijn – zoveel prettiger is om zelf te voelen of bij de ander te zien? Aan al het andere kun je toch weinig meer  veranderen, dus door met dat leven…

Of is het net zo goed mogelijk om verder te gaan, hand in hand met het rouwen en dat dit ook opnieuw mag en steeds weer.

‘Grief has no distance. Grief comes in waves, paroxysms, sudden apprehensions that weaken the knees and blind the eyes and obliterate the dailiness of life’.

                                                                                      Joan Didion: The year of magical thinking

Omdat we allemaal ons eigen proces te volgen hebben en hier geen tijd voor is bepaald hebben we volgens mij – zeker als buitenstaander – niet echt veel te kunnen of te willen; ‘het’ gebeurt. En misschien is het geven van erkenning, troost en respect wel veel behulpzamer om stappen voorwaarts te kunnen zetten dan het steeds maar bezig zijn met het moeten loslaten.

Mieke

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *