Het jaar loopt op zijn eind. Ik merk het aan klanten die ietwat hijgerig bij me binnenkomen. Er moet nog zoveel (af), zeggen ze bijna allemaal. Ik merk het ook aan mijzelf, ik zucht wat meer en heb zowaar een lijstje waar ik van alles met een v-teken markeer, eenmaal achter de rug. Elke vink brengt me dichter bij de kerstboom. Die al wel staat maar waar ik alleen na het optuigen heel even bij heb gezeten.
We zijn op weg naar Kerst en de rest. Waar kijken we dan naar uit?
Ik naar traagheid, luiheid, rust. Naar even buitendienst zijn.
Mijn trage tijd start vlak voor Kerst in de Nationale Opera & Ballet, daar gaan ‘mijn favoriete mannen’ , de hoogleraren Denys, de Wachter en Verhaeghe, met elkaar in gesprek over de illusie van chronisch geluk.
De heren volgend zal ik me daarna vast weer realiseren dat ik heel soms nog wat uit de bocht kan vliegen door ‘Kerst en de rest’: mijn verlangen dat die dagen (ervoor, tijdens en erna) allemaal heel behaaglijk zijn; beregezellig, in pais en vree en iedereen gelukkig. Een illusie. Mijn uit de bocht vliegen kent zijn oorsprong in lang vervlogen tijden en kan ik al lang heel veel beter beteugelen. Pijn van ooit is gedeeld of wordt dat, wanneer oud zeer toch weer even opspeelt. En dat geeft me iets anders, waar ook de heren hoogleraren voor pleiten: verbondenheid, voldoening, verdieping.
Niet meer bang voor ‘Kerst en de rest’. Ik kijk er nog steeds naar uit én ik kijk er simpeler naar.
En na de tussentijd kijk ik uit naar het nieuwe jaar. Naar bestaande en nieuwe klanten, naar mijn afspraak voor een poging tot het beoefenen van onderzoeksjournalistiek en naar hoe het zo gepensioneerd zijn van mijn vent hem gaat bevallen. En mij 🙂
Waar kijk jij naar uit?
Ik wens je een rustige tussentijd. Tot in 2020.
Mocht je zin hebben in inzichten van de drie mannen…
Mieke